Operating practice

 Door; Marten,  PA3BNT

 

TERUG

Tekeningen door Tom,PA2IP.

Inleiding

 Toen destijds werd begonnen met de reeks artikelen over antenne techniek kon niet worden vermoed dat ook de amateurs met een C-vergunning kort daarop toegang kregen tot de kortegolf. De antenne kwam daardoor extra in de belangstelling te staan hetgeen bleek uit de reacties. Een ander onderwerp is hierdoor ook actueel geworden en wel: Operating practice, of wel in het Nederlands: bedieningsvaardigheid. Om een geslaagde verbinding te maken is naast een goede antenne installatie en transceiver een derde factor nodig: Operating practice! Een goede transceiver en antenne zijn (voor veel geld) te koop, doch de vereiste vaardigheden zal men zich zelf eigen moeten maken. Als we dit in procenten uitdrukken dan is 10% nodig voor de transceiver,  30 % voor de antenne en 60 % voor de operating practice. Als je niet weet hoe, waar en wanneer je een DX-station moet aanroepen dan lukt het niet. Hoe zeldzamer het DX-station (land) hoe groter de"pile-up" en hoe meer het aankomt op de vaardigheid om in die "pile-up" gehoord te worden. Daarvoor bestaan vele mogelijkheden en trucs. In de volgende afleveringen zal hierop dieper  worden ingegaan.

Na de inleiding van vorige keer gaan we nu wat dieper in op het begrip operating practice voor het werken van DX stations. DX is oorspronkelijk afkomstig uit de tijd voordat de radio zijn intrede deed en telegrafieverbindingen via draden werden gemaakt. Zo,n verbinding over grote afstand werd DX genoemd, afkomstig van het woord "distance" hetgeen afstand betekent. De afstand tussen de latere radiostations was bepalend voor een goede verbinding.  Tegenwoordig is het begrip DX breder. De zeldzaamheid van het station of het land is hoofdzakelijk bepalend voor de moeilijkheid om zo,n station te kunnen werken. Zo zijn bijvoorbeeld T7 (San Marino) of C3 (Andorra) moeilijker te werken dan menig Japanner, ofschoon de afstand vele malen kleiner is. Hoe zeldzamer het DX-station is, des te moeilijker het is om het te werken omdat veel meer stations dit ook willen. Nu is een goed station, dus goede antenne en transceiver, belangrijk in zo,n situatie, maar de ervaring met het werken van DX is belangrijker. Om de vergelijking met de digitale techniek te maken kun je stellen dat een computersysteem (de hardware) pas goed werkt met een goed programma (de software). Als een DX station op de band verschijnt, breekt vaak een grote activiteit los. Dit noemt men een "Pile-Up". (zie logo artikel)  

De hele wereld wil het DX station werken, maar dit gaat natuurlijk niet tegelijk. Het DX-station zal zich staande moeten gaan houden in deze chaos. De operator zal proberen om het QSO verkeer in goede banen te leiden. Een ieder dient zich aan te passen aan de manier van werken zoals het DX-station dat wil. Een geldig QSO is gemaakt indien van beide stations de call, het rapport en de ontvangstbevestiging zijn uitgewisseld. Op VHF, UHF en SHF komt daar dan de QTH-locator vaak bij. Zo kan er gewerkt worden op het cijfer in call, dus eerst alle stations met een "1"in de call. Na enige tijd volgt dan cijfer 2 enz, enz. Ook kan het gebeuren dat het DX-station de calls per continent of per land afroept. Soms kunt u bij een ander station dan het DX-station op een lijst komen te staan om vervolgens het DX-station te kunnen werken. In CW komt dit laatste nauwelijks voor. Welke procedure er ook wordt gevolgd, alle aanroepende stations dienen zich hier aan te houden. Degene die zich er niet aanhoudt zal het DX-station moeten negeren want anders gaan anderen dit ook proberen en is de chaos compleet. Als zo,n pile-up uit de hand loopt, is dit meestal de schuld van het DX-station omdat deze de zaak niet goed strak en kort houdt. Probeert iemand herhaaldelijk de gevraagde procedure aan zijn laars te lappen dan zal het DX-station hem op de "black-list"plaatsen en kan hij het verder wel vergeten. Dit werkt ook als waarschuwing voor anderen. Bij bijzondere DX-stations, zoals expedities, werkt men meestal split, dat wil zeggen dat het station op een andere frequentie luistert dan waar het op zendt. Meestal werkt men "up", waarbij u het DX-station één of meer KHz hoger moet aanroepen. Hoort men in CW up 2, dan werkt men 2 KHz hoger ofwel de pile-up vindt u 2 KHz hoger in frequentie. Doordat de zendfrequentie van het DX-station schoon blijft, kunnen aanwijzingen snel worden doorgegeven zoals de QSL-info, frequentieverandering enz.  

Sommige stations hebben vaak niet door dat er split wordt gewerkt en roepen dus op de verkeerde frequentie. Dit veroorzaakt irritaties bij de anderen maar gelukkig is er altijd wel "bandpolitie" om te corrigeren.  Nu kan het altijd wel gebeuren dat u ondanks groot vermogen en een goede antenne niet aan de beurt komt. Dit kan omdat de condities voor het DX-station in andere richtingen beter zijn.

Door goed te luisteren ontdekt u dan ook welke stations uit de pile-up worden gehaald. Dit hoeven niet de sterkste of eerst aanroepende stations te zijn. Er kan ook worden gewacht totdat de pile-up is afgezwakt en dus de minder sterke stations ook een kans krijgen. Luisteren is dus heel belangrijk.

Door op het verkeerde moment of op de verkeerde frequentie te roepen draagt men bij aan de "pile-up vervuiling" zonder resultaat. Soms is de belangstelling zo groot dat de pile-up over een groot frequentiegebied plaats vindt. Luisteren is dan nog belangrijker om te ontdekken op welke frequentie het DX-station op dat moment luistert. Daardoor ontdekt u ook of het DX-station steeds op de zelfde frequentie luistert of door de pile-up draait. Luister hij eerst hoger en later lager op de frequentie dan kunt u ergens in de pile-up een "rustig" plekje opzoeken. Iedere keer als het DX-station over gaat op ontvangst kunt u uw call seinen of roepen. De kans bestaat dat het DX-station u op een gegeven moment tegenkomt als hij door de pile-up heen draait. Zo heb ik met eenvoudige middelen in CW al menig DX-station verschalkt. Veel leuke DX-station bevinden zich in landen waar weinig activiteit vandaan komt. Vaak zijn dit buitenlanders met een gastlicentie die hoofdzakelijk QRV zijn  om verbinding te kunnen maken met thuisfront.  Ondanks het bezit van een zeldzame roepnaam hebben velen van hen weinig belangstelling voor het werken met de rest van de wereld. Zo hoor je dan CQ, CQ Great-Britain of CQ Golf-stations, maar u wilt hem ook graag in het log hebben. Als na bepaalde tijd geen response komt uit Groot Britannië dan kunt u een poging wagen door heel kort te roepen; “You are five-nine in Holland at PA3BNT..”. Als hij dit niet op prijs stelt roept hij weer “ Only Golf stations please”. Hij kan ook denken; Er zijn wel condities richting West Europa. Dan zal hij reageren met b.v. ; “many thanks PA3BNT, you are also 5-9” en hebt hem dan in het log staan.    Laat dus steeds het initiatief aan het DX-station.

Een andere manier om DX te werken is door te luisteren in de grote contesten zoals de CQ-WW-DX en de CQ-WW-WPX contesten. Dit zijn 48 uurs contesten waarin stations uit de hele wereld meedoen. Veel groepen van amateurs brengen dan bijzondere landen of eilanden in de lucht en zijn dus gedurende vele uren op alle HF-banden (behalve de WARC banden) te werken of voor SWL,s te ontvangen Bij deze contesten die 48 uur duren wordt de kans dat u leuke stations kunt werken groter naarmate de tijd verstrijkt omdat de grote kanonnen al hun beurt hebben gehad. Door gebruik te maken van een DX-cluster wordt u attent gemaakt op de DX-activiteiten op de verschillende banden. Veel amateurs zijn daardoor wat lui geworden en wachten tot het kwartje valt om deel te nemen aan de dan snel aanwakkerende pile-up. Door zelf actief over de band te draaien kunt u zo,n pile-up voor zijn. Wacht na het werken met het DX-station dan maar eens tot de melding op het cluster verschijnt om te genieten van de enorme heksenketel die u mooi voor bent geweest!  

In CW worden vaak hoge seinsnelheden gebruikt. 30 tot 35 woorden per minuut is heel gewoon. Als er dan ook nog split wordt gewerkt vallen velen af en lukt het alleen de geoefende operators om het station te werken. Door goed te luisteren in de grote HF-contesten kan men veel leren omtrent de condities op de verschillende banden in alle richtingen. Gedurende 48 uurs zijn DX-stations uit de gehele wereld QRV op alle banden en zijn  te ontvangen als de condities het toelaten. Daardoor lijkt het net of de condities tijdens contesten boven normaal zijn. De 10, 15 en 20 meter noemen  we vaak de DX-banden omdat het merendeel van de amateurs voor die banden een goede antenne bezit.

DX-antennes voor 40, 80 en 160 meter worden minder gebruikt doordat de afmetingen veel groter zijn. Verder vindt de propagatie dan hoofdzakelijk plaats op tijden  wanneer je normaal slaapt, dus tijdens de nachtelijke uren en met een speciaal verschijnsel tijdens de schemering. De zon schijnt slechts  op de halve aardbol, de andere helft ligt dan in het donker. Daartussen bevindt zich een schemerzone of Grey-line als een gesloten ring rond de aarde, welke zich verplaatst door de draaiing van de aarde. Doordat de zon  in de zomer en in de winter niet de zelfde stand ten opzichte van de evenaar staat, is de hoek die deze schemerzone of grey-line met de evenaar maakt niet constant. Op de lage frequentie banden kunnen de condities voor stations die zich op dat moment in de grey-line bevinden enorm toenemen. Stel u hoort 6Y (Jamaica) op 80 meter ’s nachts om 5 uur met een goed signaal en u probeert hem te werken maar dat lukt niet. Door te luisteren ontdekt u dat vooral stations uit centraal Europa (zoals OH, SP, YO, YU enz) daar wel doorkomen. Die stations zitten op dat moment in de grey-line. De remedie is dan; bepaal het tijdverschil met Nederland. Dit is ongeveer een uur.  U kunt dan b.v. nog even gaan slapen en nadat de wekker om 6 uur is gegaan kan u het betreffende station zonder veel moeite werken, als hij dan nog QRV is HI !

U moest dus alleen wachten tot de condities “naar u toe kwamen”.  Als u dit niet wist  dan lukte het ook niet met een grote antenne en eindtrap.

 

Groot vermogen is geen vervanging voor gebrek aan operating practice.

Voor DX-ers is de versterking van de antenne  belangrijker dan de voor- achter verhouding omdat zoveel mogelijk signaal bij het DX-stations op de antenne moet komen. Andere stations die ook in de pile-up meedoen, en dus uw concurrenten zijn, hoort u echter niet omdat er split wordt gewerkt. U heeft dan dus geen last van ze. Het organiseren van bijzondere expedities of DX-pedities vraagt een goede samenwerking en voorbereiding van de deelnemers en is een kostbare zaak. Alles moet mee naar dat onbewoonde eiland waarnaar geen geregeld openbaar vervoer is. Er is vaak geen vliegveld of haven, geen elektriciteit, geen zoet water enz. !  Zo,n expeditie wordt vaak gesponsord door fabrikanten  van transceivers en antennes, hetgeen dan ook op de QSL kaart staat vermeld. De QSL gaat via een manager en wordt meestal direct, dus via de post, verzonden. Hierbij vraagt men dan, naast de retour porto, een kleine financiële bijdrage in de vorm van een IRC of “green-stamp” (Amerikaanse Dollar). Daartegen is geen bezwaar maar soms krijg ik het idee dat sommige stations daar misbruikt van maken en op andermans kosten een Drake-line of greenstamp verzameling aanleggen. 

Voor luisterstations is het nog moeilijker om een gehoorde verbinding van het DX-station bevestigd te krijgen omdat deze wordt bedolven onder luisterkaarten. Zorg dat uw QSL kaart opvalt door netheid en originaliteit. Gebruik geen standaard kaarten en vermeld niet dat u zijn kaart nodig hebt voor een Award want dat doen zo velen. Vermeld iets over de condities op dat moment en geef een beschrijving van uw station en gebruikte antennes.  Ik wens u als (aspirant) DX-ers veel succes toe !!

 GD DX es 73   Marten, PA3BNT

 

 

 

VERON