Nog meer techniek door Marten v/d Velde, PA3BNT Dubbelroosterlampschakeling voor de middengolf bewerkt en gebouwd door Marten, PA3BNT. |
||
|
Tekeningen door Tom,PA2IP. | |
In dit artikel wordt een buizenontvanger voor de middengolf besproken, werkend op een anodespanning van ongeveer 12 volt volgens het principe van de dubbelroosterlamp. Deze radiolamp is ontwikkeld rond 1920. (zie fig. 1). Tussen de kathode en het rooster werd een tweede rooster aangebracht. Op dit voorrooster of ruimteladingsrooster werd een kleine positieve spanning gezet waardoor de lamp op een zeer lage anodespanning kan werken. In het decembernummer 1988 van het RHT (Radio Historisch Tijdschrift) van de Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio) vond ik een artikel getiteld: "Een penthode als dubbelroosterlamp".
|
||
|
||
De afscherming(6) van de buis wordt afzonderlijk aan massa
gelegd. Het schermrooster(8) wordt nu voorrooster en het
remrooster(9) wordt stuurrooster. Het stuurrooster(2) is niet geschikt om
als voorrooster te dienen omdat de afstand tot de kathode te gering is.
Door de positieve spanning op het voorrooster regelbaar te maken wordt de
anodestroom geregeld en de terugkoppeling ingesteld om de ontvanger op het
randje van generen te zetten voor maximale gevoeligheid
en selectiviteit. De antenne is met LA inductief gekoppeld met de
afstemspoel L (zie figuur 2 en 3). De anode spanning wordt d.m.v spanningsverdubbeling
verkregen uit de gloeispanning van 6,3 volt. Met een redelijke
buitenantenne en een hoogomige koptelefoon zijn
's avonds ongeveer 15 tot 20 middengolf-zenders te ontvangen. Als penthode
zijn verschillende radiobuizen geschikt bevonden zoals: EF80, EF85, EF89,
EF183 en EF184. In mijn ontwerp voldeed de EF80 het best. De gloeispanning
is regelbaar omdat de "moderne"
buizen veel grotere emissie hebben dan de lampen uit de jaren 20. Deze
indirect verhitte buizen mogen normaal niet op een lagere gloeispanning werken i.v.m kathodevervuiling maar omdat de
anodestroom zo laag is, speelt dit hier niet. Mocht door het schakelen van
de dioden in de voeding een ratelstoring optreden dan kunnen over de
dioden condensatoren van 22nF worden aangebracht. (zie ook dit blad van
juni/juli 2000)
Succes ! Marten PA3BNT |
||
|