Antenne techniek door Marten v/d Velde, PA3BNT. 

Deel 8,  Gesloten dipool, Quad & Deltaloop

Een artikelen reeks over antenne techniek.

 

TERUG

Tekeningen door Tom,PA2IP.

De antennes die tot dusver zijn behandeld behoren alle tot de groep open antennesystemen, waarvoor we weten dat op het eind of de einden de spanning maximaal is. Daarnaast bestaan er ook gesloten antenne systemen.

De einden zijn als het ware aan ééngesloten. Op het punt halverwege de omtrek van deze antennes bevindt zich altijd een stroombuik. Het grote voordeel van een gesloten antenne is de rustige ontvangst vooral op lage frekwenties.

Bijna alle ontvangstantennes voor de FM-radio en de televisie bezitten een gevouwen dipool, waarbij het punt halverwege de omtrek, dus in de stroombuik, wordt geaard aan de boom (drager) van de antenne . (zie figuur 20) De stralingsweerstand bedraagt 300 Ohm mits de doorsnede van de antenne overal gelijk is.

Quad

Een variant op deze antenne is de quad. Hierbij is de vorm veranderd in een vierkant maar de stroomverdeling blijft gelijk aan de gevouwen dipool. Zie figuur 21. In de horizontale delen bevindt zich een stroombuik. De verticale delen stralen niet omdat de stromen daar in tegenfase zijn. We hebben nu eigenlijk twee dipool delen gestackt, waardoor een vlakke afstraling ontstaat.

De stralingsweerstand is 100 Ohm.

Hoe we dit aanpassen naar 50 Ohm wordt later behandeld.

Deze vorm leent zich goed voor gebruik op de hogere banden (10 – 20 meter).

Op de lagere banden 30 – 80 meter verandert de vorm vaak in een driehoek.

 

Deltaloop

Zo'n driehoeksvorm heet een Deltaloop. Zie figuur 22a en 22b. We hebben nu maar één hoog ophangpunt nodig. Figuur 22a geeft horizontale en figuur 22b verticale polarisatie.

 

Bij verticale polarisatie ligt het voedingspunt ongeveer op een derde van de schuine zijde verwijderd vanaf een hoekpunt aan de basis. De reden waarom men soms horizontale en dan eens verticale polarisatie toepast heeft te maken met de opstraal hoek van de antenne. Figuur 22a is voor lokaal verkeer en figuur 22b voor DX-verkeer op de lagere banden. In een later stadium gaan we hier dieper op in. Voor UHF en SHF wordt meestal voor een ronde variant gekozen en zo is de loopyagi ontstaan. Al deze varianten zijn hele golfstralers, dat wil zeggen dat de omtrek een hele golflengte bedraagt. Ook is het mogelijk om meerdere Quads of delta loops in elkaar te plaatsen en gezamenlijk te voeden door een gemeenschappelijke voedingslijn, net als bij de meerbanden inverted V antenne van figuur 5.

Ook de eerder besproken Marconi-antenne kan als gevouwen straler worden uitgevoerd. Zie figuur 23. De stralingsweerstand is de helft van die van een gevouwen dipool dus de helft van 300 Ohm is 150 Ohm. 

Het grote verschil is dat hierdoor de aardverliezen enorm afnemen.

Die 150 Ohm passen we wel weer aan.

 

73, Marten, PA3BNT

 

VERON