Antenne techniek door Marten v/d Velde, PA3BNT. 

Deel 10,  Draadpyramide & Quad antennes

Een artikelen reeks over antenne techniek.

 

TERUG

Tekeningen door Tom,PA2IP.

Een antenne die meer ruimte nodig heeft maar eenvoudig van constructie is is de DRAADPYRAMIDE uit figuur 25a. De afmetingen gelden voor de 80 meterband. Figuur 25b geeft de stroomverdeling weer. De onderlinge afstand AB-BD-CD en AC is één-zesde golflengte. Het grondvlak is dus een vierkant. Een houten paal of een andere niet geleidende mast dient als ophangpunt voor de antenne, die bovenaan wordt gevoed. De stralingsweerstand bij XX ligt ergens tussen 60 en 100 Ohm.
De centrale mast is ongeveer 14 meter hoog en de mastjes waaraan de hoekpunten worden afgespannen zijn 3 à 4 meter hoog. Halverwege de punten A-B en C-D bevindt zich een spanningsbuik. Bij XX en halverwege BC een stroombuik. Zie figuur 25b. De antenne is eigenlijk een rondstraler met twee voorkeur richtingen, volgens de pijlen E en F met verticale polarisatie. Doordat de antenne vrij van aarde werkt, treden er geen aardverliezen op. De draadpyramide is een hele golfstraler en een gesloten antenne met het bekende voordeel van een rustige ontvangst.

 

De draden van de antenne functioneren ook als de tuien van de centrale mast.

Quad—antenne

De quad-antenne is slechts geschikt voor één band. Willen we ook op andere banden werken dan kunnen, zoals al vermeld, meerdere quadstralers gezamenlijk worden gevoed. Een andere oplossing is de DJ4VM Quad, waarbij deze antenne meestal op de punt wordt gezet. Dit noemt men een DIAMOND-QUAD.

 

Nu is het geen gesloten maar een open antenne geworden die zowel boven als beneden wordt gevoed en geschikt is voor het gebruik op meerdere banden met behoud van een gunstige stroomverdeling.

Zie figuur 26a, b en c. 26c.

Figuur 26a geeft de stroomverdeling weer bij gebruik op 20 meter,

figuur 26b op 15 meter en figuur 26c op de 10 meterband bij een lengte

 

De antenne wordt gevoed met een hoogohmige open voedinglijn, die zich in het midden van de antenne splitst om de antenne zowel boven als onder te voeden. De stroomverdeling op de andere tussenliggende banden ( 12 en 17  meter) is ook gunstig zodat deze DJ4VM quad geschikt is voor 5 banden. De impedantie bij XX is voor de gebruikte banden niet gelijk. De voedingslijn doet dan ook dienst als impedantie transformator.(Denk aan de stroom- en spanningsbuiken.)

        

De waarde van de impedantie aan het andere eind van de voedingslijn is dus afhankelijk van zijn lengte. Hierdoor kunnen we voor alle 5 banden de impedantie zo kiezen dat onze antennetuner die aan kan. De verliezen in een hoog- ohmige voedingslijn zijn klein omdat er weinig stroom loopt. Wel moeten we zorgen voor goede geisoleerde spreiders. De onderlinge afstand van de lijnen gedeeld door de diameter van zo,n lijn bepaalt de impedantie van de voedingslijn. Voor 600 Ohm is dit ongeveer 50, dus bij draden van 2 mm doorsnede is de onderlinge afstand ongeveer 10 cm.

73, Marten, PA3BNT

VERON